Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cus·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gedachtewisseling’ voor het eerst aangetroffen in 1790 [1]
  • uit het Frans discussion, met het voorvoegsel dis-[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord discussie discussies
verkleinwoord discussietje discussietjes

Zelfstandig naamwoord

de discussiev

  1. een gedachtewisseling waarbij doorgaans verschillende meningen worden uitgewisseld
    • De discussie over nut en noodzaak van schaliegas wordt onvoldoende gevoerd. 
    • Er bestaat veel discussie over de wijze waarop dit gedaan zou moeten worden. 
    • Aan de FCC-ontwerpstudie schreven ruim 1.300 onderzoekers mee van meer dan 150 universiteiten. Het document moet bijdragen aan een discussie over de toekomst van het Europese deeltjesonderzoek. In 2020 moeten de conclusies bekend worden. Een eventueel besluit over de bouw van de FCC volgt pas later. [3] 
     Het heeft geen zin om je ervoor te schamen, misschien moet je het eerder zien als een illustratie van het eind van een mentaliteit in deze naïeve jaren vijftig die spoedig vervangen zou worden door de opvatting over gelijkheid en solidariteit van onze tijd? Nu de iets leukere polemiek over de inhoud, ik denk dat ik daar vastere grond onder de voeten heb dan bij een discussie over stijl.[4]
  2. het staat nog ter discussie
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een discussie doen oplaaien.
Wat een heftige gedachten wisseling doet oplaaien
  • het staat nog ter discussie
er kan nog over geredetwist worden want er is nog geen beslissing over genomen
  • iets ter discussie stellen
iets (wat voorheen vanzelfssprekend was) tot een onderwerp van een discussie maken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen