Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·plo·ma·tiek
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen diplomatiek diplomatieker diplomatiekst
verbogen diplomatieke diplomatiekere diplomatiekste
partitief diplomatieks diplomatiekers -

Bijvoeglijk naamwoord

diplomatiek [2]

  1. (diplomatie) betrekking hebbende op de diplomatie
    • Niet voor niets liepen de Amerikanen zich in 2005 het vuur uit de sloffen, toen een Noord-Koreaanse delegatie bij hen op bezoek was. Ze fêteerden hen in de meest exclusieve clubs van New York en stelden hen voor aan Amerikaanse diplomatieke zwaargewichten, ook al maakte (en maakt) het Noord-Koreaanse propaganda-apparaat de Amerikanen al decennia uit voor rotte vis.[3] 
     'Helaas ontbreekt het hem aan diplomatieke grondbeginselen,' zei hij even later met een gespeeld, uitgestreken gezicht.[4]
  2. een diplomatiek persoon probeert, zonder mensen boos te maken, zijn eigen doel te bereiken
    • Als je zo diplomatiek bent, waarom kun je mensen dan zo slecht overtuigen van je gelijk dat je ze uit pure frustratie gaat beledigen?[5] 
Antoniemen

Verwijzingen

Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diplomatiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de diplomatiekv

  1. (oorkondeleer, diplomatiek) hulpwetenschap van de geschiedschrijving die het ontstaan, de vorm en geschiedenis van oorkonden onderzoekt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be