dijkdoorbraak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dijk·door·braak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dijkdoorbraak | dijkdoorbraken |
verkleinwoord | dijkdoorbraakje | dijkdoorbraakjes |
Zelfstandig naamwoord
- het wegspoelen van een dijk door het water waardoor er een gat in de dijk ontstaat
- ▸ Het project met de gecontroleerde dijkdoorbraak is onderdeel van het Nationaal hoogwaterbeschermingsprogramma. De waterschappen trekken de komende jaren 7,5 miljard euro euro uit om sluizen, gemalen en 1150 kilometer dijken te verstevigen.[2]
- ▸ De dijkdoorbraak in de nacht van 31 januari op 1 februari was het gevolg van de dodelijke combinatie van noordwesterstorm en springtij. In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. Grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en West-Brabant stonden onder water.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dijkdoorbraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ewout de Bruijn“Het is 'van groot belang' dat deze dijk bij Eemnes bezwijkt” (Vrijdag 9 maart 2018, 18:28), NOS
- ↑ Weblink bron “De vergeten redders van de Watersnoodramp: 'Ik voel me geen held hoor'” (Donderdag 1 februari 2018, 08:16), NOS