Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dier·voe·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diervoeding diervoedingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diervoedingv

  1. eten dat geschikt is om door dieren te worden opgegeten
     Alleen winkels die in hoofdzaak levensmiddelen, drogisterijartikelen en diervoeding verkopen mogen open zijn.[1]
     Ronald Corbee, specialist in diervoeding en verbonden aan de Universiteit Utrecht. "Als iemand denkt dat een kattenziekte verband houdt met voer, dan komt het uit bij mij. En ik heb nog geen meldingen binnengekregen."[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Handhavers worstelen met de coronaregels” (19-12-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Mysterieuze kattenziekte in VK mogelijk gelinkt aan voer” (VR 6 AUGUSTUS 2021), NOS