Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·e·lek·trisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen diëlektrisch diëlektrischer
verbogen diëlektrische diëlektrischere
partitief diëlektrisch diëlektrischers -

Bijvoeglijk naamwoord

diëlektrisch

  1. betrekking hebbend op het diëlektricum, de polariserende eigenschappen van een materiaal bij aanwezigheid van een elektrisch veld


Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie