Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·tail·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord detaillist detaillisten
verkleinwoord detaillistje detaillistjes

Zelfstandig naamwoord

de detaillistm

  1. (beroep) een handelaar die zijn producten aan consumenten verkoopt.
    • De detaillist koopt zijn goederen van de groothandelaar. 
  2. (economie) een bedrijf dat zich richt op de verkoop van producten aan consumenten.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be