dekknecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dek·knecht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dek zn en knecht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekknecht | dekknechts dekknechten |
verkleinwoord | dekknechtje | dekknechtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) (beroep) bemanningslid van lagere rang op het dek van een schip werkt
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dekknecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.