Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deeg·lap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deeglap deeglappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deeglapm

  1. een plak rauw deeg
    • Schil de appels, boor ze uit en vul ze met de fijngehakte pruimen, abrikozen en de rozijnen. Wat gehakte amandelen mag er ook bij. Zet ieder appel op een deeglap, bestrijkt de randen met water en plak dicht. [1] 
    • Doe het vuur uit en doe de overgebleven eieren erbij, de abrikozen, de amandelen en de sinaasappelschil en roer goed. Verdeel dit mengsel over de deeglap en rol hem op. Leg de rol deeg in een broodvorm en laat het brood nogmaals een uur rijzen. Bak het brood 35-40 minuten op 180 graden. [2] 

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf FELIX WILBRINK 01 mrt. 2012 Vrolijke vastenappels
  2. De Telegraaf FELIX WILBRINK 22 mrt. 2012 Feestcake uit Polen
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be