Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
debate debates

Zelfstandig naamwoord

debate

  1. debat
vervoeging
onbepaalde wijs to  debate 
he/she/it  debates 
verleden tijd  debated 
voltooid
deelwoord
 debated 
onvoltooid
deelwoord
 debating 
gebiedende wijs  debate 

Werkwoord

debate

  1. debatteren
  2. tegenspreken, twijfel uitspreken, opponeren
    «He debated the wisdom of that policy.»
    Hij sprak de wijsheid van dat beleid tegen.


Spaans

enkelvoud meervoud
debate debates

Zelfstandig naamwoord

debate m

  1. debat

Werkwoord

vervoeging van
debatir

debate

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van debatir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van debatir