Nederlands

 
damesjas
Uitspraak
Woordafbreking
  • da·mes·jas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damesjas damesjassen
verkleinwoord damesjasje damesjasjes

Zelfstandig naamwoord

de damesjasv / m

  1. kledingstuk voor vrouwen dat gedragen wordt over de andere kleding
     Bijna 15.000 volgers heeft Politie Enschede op Facebook. Het webteam van het 233 leden tellende korps zet er bijna dagelijks berichten op uit de politiepraktijk van alledag. Zo ook van de diefstal van een damesjas, afgelopen zondagmiddag.[1]
     Als tegenprestatie moest het winkelende publiek zelf een kledingstuk afstaan, anders ging de deal niet door. En dat leverde leuke beelden op van onder meer Eriksen in een damesjas met bontkraag en een voetbalshirt eronder.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Politie Enschede vraagt op Facebook: wat is goede straf voor deze dievegge?” (15-02-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Bert van der Linden
    “Eriksen ruilt Deens shirt voor damesjas met bontkraag” (10 apr. 2012), Tubantia