cytoloog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cy·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cytoloog | cytologen |
verkleinwoord | cytoloogje | cytoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de cytoloog m
- (biologie) wetenschapper van de celleer
- (medisch) (beroep) beoefenaar van de celdiagnostiek
Hyperoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord cytoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.