Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ti·lle·o
enkelvoud meervoud
cotilleo cotilleos

Zelfstandig naamwoord

cotilleo m

  1. roddel, geroddel, geklets
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
cotillear

cotilleo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cotillear