consumentenpanel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·su·men·ten·pa·nel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consumentenpanel | consumentenpanels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het consumentenpanel o
- groep consumenten die men om hun mening vraagt; groep consumenten waarvan men het koopgedrag volgt
- ▸ Marktonderzoeker GfK, die werkt met een consumentenpanel, houdt het op 100 miljoen euro.[1]
- ▸ De schade is nog groter nu boodschappen de eerste helft van 2021 ook al 4 tot 5 procent duurder werden. Nu ook energie en benzine peperduur zijn, passen Nederlanders hun koopgedrag aan in de supermarkt. Zo hebben huismerken terrein gewonnen, laat GfK’s consumentenpanel van 10.000 huishoudens zien.[2]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord consumentenpanel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jeroen Schutijser“Skiënde kerstmannen en ijspegels aan het plafond: tuincentra is niets te gek” (Maandag 16 december 2019, 06:00), NOS
- ↑ Weblink bron David Bremmer“Boodschappen fors duurder: Aldi in trek, A-merken uit de gratie” (22 apr. 2022), Tubantia