consumentenomzet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·su·men·ten·om·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consumentenomzet | consumentenomzetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de consumentenomzet m
- (economie) het bedrag dat een partij van een klant ontvangt door de verkoop van een product
- ▸ De directeur heeft er wel een verklaring voor. Hij vertelt dat er vaak veel meer voor voetbalrechten wordt betaald dan dat je er aan consumentenomzet (het bedrag dat een partij van een klant ontvangt door de verkoop van een product) uit kunt halen.[1]
- ▸ Harris maakte verder bekend dat Wehkamp na jaren van verlies eindelijk een nettowinst in de boeken kan schrijven van 245.000 euro. De consumentenomzet in het gebroken boekjaar (april 2020 tot april 2021) steeg met 22 procent tot 729,5 miljoen euro. Dat de nettowinst niet hoger ligt, heeft volgens de Wehkamp-directie er vooral mee te maken dat het bedrijf veel geld heeft gestopt in technologie, digitalisering, automatisering en infrastructuur. ,,Hierdoor kunnen we efficiënt werken en konden we ons snel aanpassen aan de veranderende marktomstandigheden tijdens de pandemie. We waren in staat snel te leveren, en dat heeft ons extra klanten opgeleverd. Maar ook oude klanten keerden terug, waardoor er nu 2,5 miljoen Nederlanders regelmatig bij ons bestellen’’, zegt Harris.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'consumentenomzet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Thierry Boon“Kijken we klassieker Ajax-Feyenoord straks op Netflix? Nog even geduld aub” (Zaterdag 27 februari 2021, 08:05), NOS
- ↑ Weblink bron Sanne Schelfaut“Wehkamp maakt eindelijk winst en neemt meteen kleertjes.com over” (28-07-2021), Tubantia