consumentenkrediet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·su·men·ten·kre·diet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consumentenkrediet | consumentenkredieten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het consumentenkrediet o
- geld dat particulieren kunnen lenen om gebruiksgoederen te kopen
- ▸ Minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) zei vorige week dat telecombedrijven die telefoons op afbetaling aanbieden aan dezelfde regels moeten gaan voldoen als 'normale' kredietverleners. Hiervoor gold een gedoogsituatie, maar daar komt een einde aan. De sector slaagde er niet in zelf met een gedragscode te komen die voldoet aan Europese regels voor consumentenkrediet en de mededingingswet.[1]
- ▸ De Hoge Raad oordeelde in 2014 en later in 2016 opnieuw dat mobiele telefoons die in combinatie met een abonnement als ‘gratis’ werden aangeboden niet gratis waren, maar dat het in werkelijkheid ging om koop op afbetaling en consumentenkrediet. In 2018 zijn de Consumentenbond en Consumentenclaim met de providers gesprekken gaan voeren over een tegemoetkoming voor consumenten naar aanleiding deze uitspraken van de Hoge Raad.[2]
Gangbaarheid
- Het woord consumentenkrediet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Lagere hypotheek door nieuwe smartphone'” (19-04-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Start afhandeling claim Consumentenbond voor ‘gratis’ telefoon” (14-10-2020), Tubantia