consultant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consultant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sul·tant
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse 'consultant' (als raadgever eerder van het Engels) (met het voorvoegsel con-)
- Naamwoord van handeling van consulteren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consultant | consultanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de consultant m
- iemand die consult (raad) vraagt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consultant | consultanten consultants |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de consultant m
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord consultant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consultant" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Werkwoord
consultant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van consulter