Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vi·seur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adviseur adviseurs
verkleinwoord adviseurtje adviseurtjes

Zelfstandig naamwoord

de adviseurm

  1. (beroep) deskundige die adviseert, een mentor, raadgever, raadsman, raadsvrouw
    • Het verhaal is losjes gebaseerd op een slecht gedocumenteerd historisch mengsel van feit en achterklap: de driehoeksverhouding tussen de Britse koningin Anne, haar jeugdvriendin, belangrijkste adviseur en misschien wel geliefde Sarah Churchill (Rachel Weisz) en het ambitieuze kamermeisje Abigail Masham. [3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen