conditioneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·di·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | conditioneel | conditioneler | conditioneelst |
verbogen | conditionele | conditionelere | conditioneelste |
partitief | conditioneels | conditionelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
conditioneel [2]
- voorwaardelijk
- de lichamelijke conditie betreffend
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord conditioneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conditioneel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ conditioneel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be