Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·hard·ware
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computerhardware
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de computerhardwarem

  1. alle fysieke apparatuur die men gebruikt in en rond een computer
     Als de koppeling slaagt, kan de ISS-bemanning een feestje vieren met het verse voedsel dat de Dragon naar het ruimtestation brengt, naast studentenexperimenten, computerhardware, kleding en water.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “André Kuipers haalt Dragon binnen” (Vrijdag 18 mei 2012, 21:30), NOS