comparatist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: comparatist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pa·ra·tist
Woordherkomst en -opbouw
- van het Latijnse 'comparare' compareren (vergelijken) (met het voorvoegsel com-) met het achtervoegsel -ist[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | comparatist | comparatisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de comparatist m
- (taalkunde) (letterkunde) beoefenaar van, deskundige op het gebied van de comparatieve taalwetenschap of literatuurwetenschap
Gangbaarheid
- Het woord comparatist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.