Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cli·to·ris·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clitorishoed clitorishoeden
verkleinwoord clitorishoedje clitorishoedjes

Zelfstandig naamwoord

de clitorishoedm

  1. (anatomie) huidplooi waaronder de clitoris zich verschuilt tussen de schaamlippen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie