Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chro·mo·so·maal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen chromosomaal chromosomaler chromosomaalst
verbogen chromosomale chromosomalere chromosomaalste
partitief chromosomaals chromosomalers -

Bijvoeglijk naamwoord

chromosomaal

  1. (biologie) (medisch) met betrekking tot de chromosomen, de eiwitten die erfelijke informatie bevatten
Vertalingen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be