chromosomaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: chromosomaal (hulp, bestand)
- IPA: / xromosoˈmal / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌχro.mo.zo.ˈmaɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɣro.mo.zo.ˈmaɫ/
- (Limburg): /ˌɣro.mo.zo.ˈmal/
Woordafbreking
- chro·mo·so·maal
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van chromosoom met het achtervoegsel -aal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chromosomaal | chromosomaler | chromosomaalst |
verbogen | chromosomale | chromosomalere | chromosomaalste |
partitief | chromosomaals | chromosomalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
chromosomaal
- (biologie) (medisch) met betrekking tot de chromosomen, de eiwitten die erfelijke informatie bevatten
Vertalingen
1. met betrekking tot de chromosomen, de eiwitten die erfelijke informatie bevatten
Gangbaarheid
- Het woord chromosomaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chromosomaal" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be