Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chris·ten·lie·den
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de christenliedenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord christenman
     De ‘Hessische Landeszeitung’ schrijft: ‘Voorwaarts, Duitse mens, voorwaarts christenlieden![1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    A.L. Constandse
    Bijgeloof en fascisme in: De Gids., jrg. 132 nr. 6/7 (1969), Stichting De Gids, Amsterdam, p. 40