Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·dio·chi·rur·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cardiochirurgie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cardiochirurgiev

  1. hartchirurgie
     De IGZ heeft alle betrokken ziekenhuizen een brief daartoe gestuurd, meldt het onderzoeksprogramma Argos. Aanleiding zijn de problemen op de afdeling cardiochirurgie van het HagaZiekenhuis in Den Haag.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Argos: IGZ wil data elke hartafdeling” (Zaterdag 6 april 2013, 02:55), NOS