carbureren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: carbureren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- car·bu·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse carburer (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
carbureren |
carbureerde |
gecarbureerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
carbureren [2]
- verbinden met koolwaterstoffen
- vermengen van brandstof met lucht
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'carbureren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.