canceroloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: canceroloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- can·ce·ro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | canceroloog | cancerologen |
verkleinwoord | canceroloogje | canceroloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de canceroloog m
- (medisch) (beroep) medisch specialist die zich bezighoudt met de gezwelgroei, in het bijzonder met kanker
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'canceroloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.