Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·rech·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerrechter burgerrechters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de burgerrechterm

  1. (juridisch) een rechter die uitspraken doet op het gebied van het burgerlijk recht; een rechter die bemiddelt in conflicten tussen burgers onderling
     De vraag of de figuur van 'Zwarte Piet' in strijd is met grondrechten kan niet worden bepaald in een procedure tegen de burgemeester, vindt de raad. De tegenstanders moeten overleggen met de organisatie van de intocht en kunnen daarna eventueel naar de burgerrechter stappen.[1]
     In een statement ontkent Rodriguez nog altijd alle aantijgingen. Het bewijsmateriaal zou vals zijn en hij zegt een gang naar de burgerrechter te maken om zijn onschuld aan te tonen.[2]
     Hoewel strafzaken meer aandacht trekken, worden de meeste rechtszaken door de burgerrechter behandeld. Die zaken gaan vaak over financiële kwesties of familieaangelegenheden, zoals echtscheidingen en voogdij.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Van der Laan wint Zwarte Piet-zaak” (Woensdag 12 november 2014, 10:22), NOS
  2.   Weblink bron “A-Rod ook in hoger beroep gestraft” (Zaterdag 11 januari 2014, 18:17), NOS
  3.   Weblink bron “Minder zaken voor burgerrechter” (Maandag 13 januari 2014, 11:46), NOS