Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bot·sin·kjes
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van botsing met het achtervoegsel -kje en met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de botsinkjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord botsing