Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·nus·ren·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bonusrenner bonusrenners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bonusrennerm

  1. (wielrennen) wielrenner waarvoor men meer punten krijgt in een wielerpool als hij of zij wint bij een wielerkoers
  2. (wielrennen) iemand die onverwacht een wedstrijd wint
Hyperoniemen

Gangbaarheid