bollenplanter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bollenplanter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔlə(n)ˌplɑntər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bol·len·plan·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bollenplanter | bollenplanters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bollenplanter m
- (tuinieren) (gereedschap) werktuig dat een rond gat in de grond maakt met een geschikt omvang en diepte om een bloembol in te stoppen
- ▸ Soms kan tuinieren ontaarden in slapstick, bijvoorbeeld wanneer het je een goed idee leek om te investeren in een bollenplanter, omdat je besloten had om het gazon met vijfhonderd narcissen op te vrolijken, en dan bij het planten van de eerste bol al tot de ontdekking komt dat je het nieuw-aangeschafte gereedschap met geen mogelijkheid de grond in kunt krijgen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bollenplanter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Romke van de Kaa“Wat is goed tuingereedschap?; Hoedt u voor 'weedkey' en macho-bats” (19 februari 1998) op nrc.nl