bloemist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloe·mist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemist | bloemisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bloemist m
- (beroep) iemand die bloemen en planten verkoopt en boeketten en bloemstukken samenstelt, bloemenverkoper
- (beroep) bloemenkweker
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. bloemenverkoper
2. bloemenkweker
Gangbaarheid
- Het woord bloemist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bloemist" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be