bloemenzaak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bloemenzaak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bloe·men·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem en zaak met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemenzaak | bloemenzaken |
verkleinwoord | bloemenzaakje | bloemenzaakjes |
Zelfstandig naamwoord
- een winkel waar men bloemen verkoopt
- De bloemiste werkt in een bloemenzaak.
- Een bosje bloemen koop je in een bloemenzaak.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bloemenzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.