Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bleef aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanblijven

bleef aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanblijven
    • Ik bleef aan. 
    • Jij bleef aan. 
    • Hij, zij, het bleef aan. 


Gangbaarheid