Nederlands

Woordafbreking
  • bla·tant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, voor het eerst aangetroffen in 1889 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

blatant

  1. overduidelijk, vaak op een manier die blijk geeft van een zekere schaamteloosheid
    • Dat is blatante reclame. 

Gangbaarheid


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Mogelijk te herleiden tot het Schots (blaitand)

Bijvoeglijk naamwoord

stellend vergrotend overtreffend
blatant more blatant most blatant

blatant

  1. blatant, overduidelijk

Verwijzingen