Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·scoop·be·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bioscoopbezoek bioscoopbezoeken
verkleinwoord bioscoopbezoekje bioscoopbezoekjes

Zelfstandig naamwoord

het bioscoopbezoeko

  1. de keer dat men een film bekijkt in een bioscoop
     De zaak lijkt op de groepsverkrachting van een vrouw in een bus in Delhi in december vorig jaar. Zij werd na een bioscoopbezoek belaagd en zo zwaar mishandeld dat ze aan haar verwondingen overleed.[2]
  2. het verschijnsel dat mensen een film bekijken in een bioscoop
     "Er staan misschien geen verloren klassiekers op de lijst en sommige werden zelfs helemaal niet goed ontvangen bij hun première, maar elke film kan iets onthullen over het bioscoopbezoek en de samenleving in die tijd."[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Tweede verdachte Mumbai gepakt” (Zaterdag 24 augustus 2013, 08:53), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Britten speuren naar verloren Nederlandse film” (Dinsdag 6 juli 2010, 11:20), NOS