Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·lo·gie·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biologiewinkel biologiewinkels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de biologiewinkelm

  1. (wetenschap) organisatie die biologische kennis die op de universiteit aanwezig is, bruikbaar en toegankelijk wil maken voor niet- draagkrachtige groeperingen
     Middelen die parasieten en wormen bij huisdieren bestrijden kunnen schadelijk zijn voor hun baasjes. Vooral zwangere vrouwen en kinderen lopen risico’s. Dat blijkt uit een dinsdag verschenen rapport van de Biologiewinkel van de Rijksuniversiteit Groningen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Spray tegen parasieten huisdier riskant voor kind” (16 november 2004), Reformatorisch Dagblad