Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bio·fy·si·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biofysicus biofysici
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de biofysicusm

  1. (beroep) wetenschapper die theorieën en methoden uit de natuurkunde toepast op biologische systemen (de biofysica beoefent)

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen