bijklemtonen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijklemtonen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛiklɛmtonə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bij·klem·to·nen
Woordherkomst en -opbouw
- bijklemtoon met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de bijklemtonen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijklemtoon
- ▸ Of, tenslotte, nog iets anders gezegd: is er een automatische één-op-één relatie tussen de bomen die de output zijn van de procedure die hoofdklemtoon verantwoord, en de bomen die gewenst zijn als we bijklemtonen en reductieposities willen aangeven?[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bijklemtonen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Mieke Trommelen & Wim Zonneveld“Klemtoon en metrische fonologie.” (1989), Dick Coutinho, Muiderberg, ISBN 9062837859, p. 109