beveiligt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·vei·ligt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beveiligen |
beveiligt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beveiligen
- Jij beveiligt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beveiligen
- Hij beveiligt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beveiligen
- Beveiligt!