betimmeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: betimmeren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·tim·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betimmeren |
betimmerde |
betimmerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
betimmeren
- overgankelijk het aanbrengen van sierhout
- De achterwand is geheel betimmerd.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord betimmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.