Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ta·lers

Zelfstandig naamwoord

de betalersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord betaler


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ta·lers
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

betalers

  1. genitief onbepaald mannelijk enkelvoud van betaler


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ta·lers
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

betalers

  1. genitief onbepaald mannelijk enkelvoud van betaler