Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuurs·schaam·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuursschaamte
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bestuursschaamtev

  1. schaamte die een bestuurder van een bedrijf of organisatie voelt als zaken niet goed gegaan zijn

Gangbaarheid