Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stuurs·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestuurskamer bestuurskamers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bestuurskamerv / m

  1. vertrek waar bestuurders van een onderneming of instelling hun bestuurswerk (zouden moeten) doen

Gangbaarheid

Verwijzingen