benteng
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ben·teng
Woordherkomst en -opbouw
- van het Indonesisch: benteng
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benteng | bentengs |
verkleinwoord | bentenkje | bentenkjes |
Zelfstandig naamwoord
benteng
- (verouderd), (militair) versterking, stelling, schans in het voormalig Nederlands-Indië
- (verouderd), (bouwkunde) vesting, fort in het voormalig Nederlands-Indië
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 'benteng' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Indonesisch
Uitspraak
- IPA: bɛntɛŋ
Woordafbreking
- ben·teng
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
benteng
- (bouwkunde), (militair) stelling, fortificatie, schans
- (bouwkunde), (militair) vesting, fort
- (sport) toren in het schaakspel
Overerving en ontlening
- benteng: fortificatie of versterkte plaats in het voormalig Nederlands-Indië