beleggingsadviseur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·leg·gings·ad·vi·seur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beleggingsadviseur beleggingsadviseurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beleggingsadviseurm

  1. (financieel) (beroep) persoon die klanten adviseert over welke aandelen ze het beste kunnen kopen
     De komende twee weken komen dus deskundigen en getuigen uit de financiële wereld langs om door de commissie te worden gehoord. Van de zaakwaarnemer van U2 en de Rolling Stones Jan Favié (beide bands hebben een brievenbusfirma in Nederland), tot Gregory Elias, de beleggingsadviseur van Johan Cruijff en zijn schoonvader en adviseur Cor Coster.[2]
     Tot nu toe ontvingen banken, vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs hun inkomsten deels via betalingen van de klant, via de 'voordeur'. Daarnaast kregen ze een groot deel van hun inkomsten 'via de achterdeur', van aanbieders van beleggingsfondsen en uitvoerders van transacties.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Tweede Kamer start verhoren over belastingontduiking” (7 juni 2017), NOS
  3.   Weblink bron “Vijf vragen provisieverbod beleggen” (23 december 2013), NOS