befteckel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bef·tec·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bef ww en teckel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | befteckel | - |
verkleinwoord | befteckeltje | befteckeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de befteckel m
- (seksualiteit) (pejoratief) iemand die houdt van oraal-genitaal contact
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'befteckel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.