Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bef·kraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord befkraag befkragen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de befkraagm

  1. als kraag gedragen bef

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be