Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·mand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basismand basismanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de basismandv / m

  1. (economie) (huishouden) verzamelnaam voor alle basisproducten die vallen onder de wettelijk vastgestelde maximumprijzen op de Antillen

Gangbaarheid

Verwijzingen