audite
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
auditar |
audite
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /aʊ̯dɪtɛ/
Woordafbreking
- au·di·te
Zelfstandig naamwoord
audite