Spaans

Werkwoord

vervoeging van
auditar

audite

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van auditar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aʊ̯dɪtɛ/
Woordafbreking
  • au·di·te

Zelfstandig naamwoord

audite

  1. vocatief enkelvoud van audit