arbeidsverleden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·ver·le·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en verleden met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsverleden | arbeidsverledens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidsverleden o
- de opsomming van alle arbeid die men in het verleden gedaan heeft
- Hij heeft geen arbeidsverleden want hij heeft nog nooit gewerkt.
- De WW uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsverleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.